De Engelse Reformatie was een periode van religieuze veranderingen in Engeland in de 16e eeuw. Het begon met de breuk tussen koning Hendrik VIII en de Rooms-Katholieke Kerk en leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Anglicaanse Kerk. De Engelse Reformatie had grote politieke, sociale en religieuze gevolgen en heeft de geschiedenis van Engeland en de wereld beïnvloed.
Achtergrond
In de late middeleeuwen was de Rooms-Katholieke Kerk de dominante religie in Europa en Engeland. De kerk had veel macht en invloed op het dagelijks leven van mensen. Het was de enige kerk die in Engeland was toegestaan en de paus was de hoogste autoriteit. In de 16e eeuw begon echter een beweging die bekend staat als de Reformatie. Deze beweging was gericht op het hervormen van de katholieke kerk en het terugkeren naar de oorspronkelijke leer van het christendom.
In Engeland werd de Reformatie aangewakkerd door de opkomst van het humanisme en de verspreiding van de ideeën van de Duitse hervormer Maarten Luther. Veel mensen waren ontevreden over de katholieke kerk vanwege de corruptie en het misbruik van macht. Ze wilden een kerk die meer gericht was op de Bijbel en minder op de tradities en rituelen van de katholieke kerk.
Hendrik VIII en de breuk met Rome
De Engelse Reformatie begon officieel in 1534 toen koning Hendrik VIII de Act of Supremacy ondertekende. Deze wet maakte de koning het hoofd van de kerk in Engeland en verbrak de banden met de paus in Rome. Hendrik VIII had deze stap genomen omdat hij wilde scheiden van zijn vrouw, Catharina van Aragon, maar de paus weigerde zijn huwelijk nietig te verklaren. Hendrik VIII was vastbesloten om zijn zin te krijgen en besloot dat de enige manier om dat te doen was door de kerk in Engeland onafhankelijk te maken van Rome.
De breuk met Rome had grote gevolgen voor Engeland. Het betekende dat de koning nu de hoogste autoriteit was in de kerk en dat de katholieke kerk niet langer de enige kerk was die in Engeland was toegestaan. Hendrik VIII richtte de Church of England op, ook wel bekend als de Anglicaanse Kerk. Deze kerk was gebaseerd op de katholieke kerk, maar had enkele belangrijke verschillen. Zo werd de paus niet langer erkend als het hoofd van de kerk en werden sommige katholieke rituelen en praktijken afgeschaft.
Edward VI en de protestantisering van de kerk
Na de dood van Hendrik VIII in 1547 werd zijn zoon Edward VI koning. Edward was slechts negen jaar oud toen hij de troon besteeg en zijn regering werd geleid door een raad van regenten. Deze regenten waren protestanten en ze gebruikten de regering van Edward om de Anglicaanse Kerk verder te hervormen en te protestantiseren.
De regenten introduceerden een nieuwe liturgie, het Book of Common Prayer, dat was gebaseerd op de protestantse leer. Ze schaften ook veel katholieke praktijken af, zoals het gebruik van heiligenbeelden en het bidden voor de doden. De kerkdiensten werden in het Engels gehouden in plaats van het Latijn, zodat de gewone mensen de diensten konden begrijpen.
De protestantisering van de kerk leidde tot veel weerstand van de katholieken en sommige protestanten. Veel mensen waren nog steeds loyaal aan de katholieke kerk en vonden de hervormingen te ver gaan. Er braken opstanden uit, zoals de Pilgrimage of Grace in 1536 en de Western Rebellion in 1549, die werden neergeslagen door de regering.
Maria I en de restauratie van het katholicisme
Na de dood van Edward VI in 1553 werd zijn halfzus Maria I koningin. Maria was een overtuigd katholiek en ze was vastbesloten om het katholicisme te herstellen in Engeland. Ze schafte de protestantse hervormingen af en herstelde de katholieke liturgie en praktijken. Ze probeerde ook de banden met Rome te herstellen en trouwde met de katholieke koning Filips II van Spanje.
De restauratie van het katholicisme leidde tot veel weerstand van de protestanten. Veel protestanten werden vervolgd en gedood, wat leidde tot de bijnaam van Maria als “Bloody Mary”. Maria’s regering was kort en ze stierf in 1558, waarna haar halfzus Elizabeth I de troon besteeg.
Elizabeth I en de consolidatie van de Anglicaanse Kerk
Elizabeth I was een pragmatische koningin en ze wilde de religieuze verdeeldheid in Engeland beëindigen. Ze besloot om de Anglicaanse Kerk te consolideren en een compromis te vinden tussen de katholieken en de protestanten. Ze schafte de katholieke praktijken niet af, maar ze stond ook niet toe dat de kerk te protestants werd.
Elizabeth I introduceerde de Elizabethaanse Settlement in 1559, die de basis vormde voor de Anglicaanse Kerk zoals we die vandaag kennen. De Settlement bepaalde dat de koning(in) het hoofd van de kerk was en dat de kerk een combinatie was van katholieke en protestantse elementen. De katholieke praktijken werden niet afgeschaft, maar ze werden wel aangepast om meer in lijn te zijn met de protestantse leer.
De consolidatie van de Anglicaanse Kerk leidde tot een periode van religieuze stabiliteit in Engeland. De kerk werd de dominante religie en de meeste mensen waren tevreden met de compromissen die waren gesloten. De Anglicaanse Kerk werd ook geëxporteerd naar andere delen van de wereld, zoals de Verenigde Staten en Australië, en heeft een blijvende invloed gehad op de geschiedenis van deze landen.
Conclusie
De Engelse Reformatie was een periode van religieuze veranderingen die grote gevolgen had voor Engeland en de wereld. Het begon met de breuk tussen Hendrik VIII en de Rooms-Katholieke Kerk en leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Anglicaanse Kerk. De Engelse Reformatie had grote politieke, sociale en religieuze gevolgen en heeft de geschiedenis van Engeland en de wereld beïnvloed.